Uniform

Waarom een uniform

  • Het uniform zorgt voor herkenbaarheid van de groep
  • Het is een erg stevig en functioneel stuk kleding
  • Het bevordert het groepsgevoel en is een teken van gelijkwaardigheid.

We beschouwen het dan ook als een eer in uniform te zijn. Het dragen van een uniform is slechts één aspect van het naar buiten treden. Ook taal, houding en humeur zijn belangrijk.

 
 

Het uniform bestaat uit

  • das+dasring: opgerold en samengehouden met een dasring.
  • schoeisel: donker, neutraal kleur. Bottines zijn ten zeerste aangeraden.
  • broek: donkerblauw (liefst geen jeans)
  • hemd: met alle badges op de correcte plaats (zie prentje hieronder)
 
1. Het kenteken van FOS Open Scouting / op de linkermouw, op 6 cm van de schoudernaad (het belofteteken draag je verborgen zolang je de belofte niet hebt afgelegd)
 

2. Het provinciebandje / op de rechtermouw, tegen de naad van de schoudernaad

3. Het eenheidskenteken / op de rechtermouw, op 6 cm van de schoudernaad

4. Het jaarkenteken / net boven de rechterborstzak

5. Het beloftekenteken (pas zichtbaar dragen wanneer je je belofte
hebt afgelegd) / op de linkermouw, zit vast aan het kenteken van FOS
Open Scouting

6. Het kenteken van Teervoet (pas dragen indien je de Teervoet hebt behaald) / 2 cm onder het kenteken van FOS Open Scouting

7. Het kenteken Wereldbureau (WOSM of WAGGGS) / midden op de linkerborstzak

8. Het kenteken België / net boven de linkerborstzak

9. De vaardigheidsinsignes (enkel te dragen indien behaald) / op de rechtermouw, 2 cm onder het eenheidskenteken

10. De patrouillelinten (twee dubbele linten in de patrouillekleuren,
3 cm breed en 12 cm lang, door een zwart-geel-rode gevlochten ring) /
aan het linkerschouderstuk

11. Speciaal kenteken scoutsevenement, het kenteken seascouts (enkel voor seascouts) / midden op de rechterborstzak