Pastawar
De Vloek van Nonna Maria’s Pastasaus 🍝👻
Op een stormachtige avond besloten vier vrienden – Siki, Mungi, Arendsoog en Berggeit – een oude fles pastasaus te openen die ze hadden gevonden in een verlaten Italiaanse delicatessenwinkel. Op het etiket stond vaag: “Nonna Maria’s Salsa del Diavolo”.
Terwijl ze de pasta aten, begon de saus langzaam donkerder en stroperiger te worden. Siki voelde een koude rilling toen ze het eerste hapje nam. “Smaakt… vreemd,” mompelde ze. Opeens vulde de kamer zich met een ijzige kou, en Arendsoog hoorde gefluister dat zachtjes zijn naam fluisterde.
De lichten flikkerden, en op de muur verscheen de schim van een oude vrouw met lege ogen en scherpe tanden – Nonna Maria zelf, teruggekeerd voor wraak. “Eens geproefd,” gromde haar stem in het Italiaans, “zul je nooit meer vertrekken.” Berggeit schreeuwde het uit van angst en deed in haar broek.
De pastaslierten kronkelden tot ze als klamme vingers om hun enkels grepen, en één voor één werden de vrienden naar de duisternis getrokken. De volgende ochtend was het enige bewijs van hun bestaan een lege pan, nog druipend in het bloed van Mungi.